Georges Gilkinet, minister van Mobiliteit: "Dankzij een hogere bijdrage van de werkgevers en een nieuwe bijdrage van de federale overheid zullen de werknemers die met de trein reizen en nu nog niet gratis kunnen reizen, hun deel van de abonnementskosten binnenkort sterk zien dalen. In totaal, als de werkgevers ermee instemmen om hun deel van de kosten bij te dragen, zullen niet minder dan 100.000 werknemers van deze nieuwe en verbeterde regeling profiteren. Dit akkoord dat ik in Kern bereikte, bevestigt de wil van de federale regering om mobiliteit eerlijker en duurzamer te maken. Door meer werknemers aan te moedigen om voor de trein te kiezen, bieden we ook een oplossing voor de verkeersopstoppingen: een groot probleem, want naast de tijd die pendelaars verliezen, hebben files ons vorig jaar meer dan 5 miljard euro gekost. En voor de betrokken werknemers is er een nettovoordeel dat kan oplopen tot honderden euro's per jaar. Een grote stap voorwaarts voor de mobiliteit!”
Pendelaars die niet onder het derdebetalerssysteem vallen, moeten een deel van de kosten van hun treinkaartje betalen. Dat varieert volgens de collectieve arbeidsovereenkomst die van toepassing is op hun economische sector. Het kan oplopen tot 44% van de prijs van het treinkaartje (tarief 02/2024). Voor de betrokken werknemers is de werkgeversbijdrage een forfaitair bedrag en die bevat dus niet de impact van de jaarlijkse tariefindexering. Het deel van de kostprijs van het abonnement dat ten laste is van de werknemer is met de tijd toegenomen, en dat is onaanvaardbaar.
Het systeem dat door minister van Mobiliteit Georges Gilkinet op tafel werd gelegd en door de Kern werd aanvaard, voorziet dat de Belgische Staat 7,5% van de prijs van het treinabonnement bijdraagt als de werkgever ermee instemt zijn bijdrage te verhogen tot 71,8% van de prijs van het abonnement.
Het doel van dit initiatief is om werkgevers aan te moedigen zich aan te sluiten bij de CAO die momenteel wordt besproken door de Nationale Arbeidsraad en die tot doel heeft de werkgeversbijdragen in de kosten van woon-werkverkeer te verhogen door een federale bijdrage toe te voegen aan de inspanning die werkgevers zouden leveren.
Dankzij deze dubbele inspanning van de werkgevers en de federale overheid zal dezelfde werknemer die vandaag 44% van de kosten van zijn of haar abonnement betaalt, voortaan slechts 20% van de kosten van zijn of haar treinabonnement betalen.
Dus een jaarabonnement dat momenteel €198 kost voor een werknemer die 1 tot 3 km per dag met de trein aflegt tussen woon- en werkplaats, zal nu slechts €90 per jaar kosten, een besparing van meer dan €100 en meer dan 50% op de prijs van zijn of haar treinabonnement. Zo kost een abonnement van 12 maanden voor een afstand van 31 tot 33 km momenteel € 1.431 per jaar, waarvan de werknemer € 629,64 betaalt. In het nieuwe systeem zou het aandeel van de werknemer nog maar € 289,06 bedragen. Tot slot zal een werknemer die nu 1.716 euro betaalt voor een 12-maandelijks abonnement waarmee hij 146 tot 150 km van zijn huis naar zijn werk kan reizen, nu slechts 787 euro betalen, een besparing van meer dan 50% op de prijs van zijn abonnement.
Voor de 100.000 betrokken werknemers is dit echt een maatregel die het verschil zal maken en hen zal aanmoedigen om de trein te nemen.
Het is vooral een stimulans voor de werknemers die de milieuvriendelijkste vervoersmiddelen gebruiken, en het beantwoordt aan de ambitie van de federale regering om het aandeel van het spoor in de vervoersmodaliteit te verhogen en de files, die bijzonder duur zijn voor de overheidsfinanciën, te verminderen.