Federale en gewestelijke overheden en spoorwegmaatschappijen werken samen voor de uitrol van cyclostrades langs het spoor
Op dinsdag 23 april 2024 ondertekenden de vier ministers van Mobiliteit een charter met NMBS en Infrabel waarin ze hun gezamenlijke ambitie bevestigen om de aanleg van cyclostrades in België te versnellen. Ze engageren zich om het potentieel van bestaande en in onbruik geraakte spoorlijnen te benutten voor de aanleg van nieuwe fietswegen, naast de 1200 km die al langs de Belgische spoorwegen liggen.
Georges Gilkinet, federaal minister van Mobiliteit: “Om steeds meer Belgen aan te moedigen de fiets te nemen, hebben we goede fietsinfrastructuur nodig die je veilig, snel en makkelijk op je bestemming brengt. De aanleg van fietswegen langs spoorlijnen beantwoordt hieraan, aangezien de trein vaak de snelste manier is om van de ene stad naar de andere te reizen. Er zijn dus redenen genoeg om de aanleg van deze fietspaden te versnellen. Daarom heb ik ervoor gezorgd dat de federale overheid een faciliterende rol speelt in de samenwerking tussen de gewesten, NMBS en Infrabel, door een duidelijk kader te scheppen voor dialoog en overleg, maar ook aan de hand van nieuwe akkoorden om dit fietsnetwerk uit te breiden en te versterken. Het resultaat is dit nieuwe charter, dat ons gemeenschappelijk engagement weerspiegelt om het gebruik van de fiets aan te moedigen, met alle voordelen die dit vervoermiddel biedt voor onze gezondheid, het klimaat en onze portemonnee.”
Vandaag bestaat er al meer dan 1.200 km fietsinfrastructuur langs spoorlijnen en op onbruik geraakte lijnen (waaronder bepaalde delen van de Waalse RAVel). Dit fietsroutenetwerk is bijzonder populair bij fietsers omdat het veilig en snel is.
Deze vele kilometers zijn het resultaat van initiatieven van de bevoegde overheden, maar zouden niet bestaan zonder een constructieve samenwerking tussen overheidsniveaus en zonder een coherent grondbeleid van Infrabel en de NMBS. Een optimale samenwerking tussen al deze spelers, politieke overheden en grondeigenaars, is dus noodzakelijk om dit netwerk van fietspaden uit te breiden, waarvan de toegevoegde waarde duidelijk en reëel is met betrekking tot de transformaties in onze mobiliteit.
Een ander voorbeeld van succesvolle interfederale samenwerking
De minister van Mobiliteit, Georges Gilkinet, heeft binnen zijn bevoegdheid[1] initiatieven genomen om de ontwikkeling van fietsroutes langs het spoor te vergemakkelijken. Op zijn initiatief werd in 2021 het overleg opgestart met de Interfederale Fietscommissie, NMBS, Infrabel, Beliris en de fietsverenigingen. Dit resulteerde in een reeks concrete aanbevelingen, die nu het voorwerp uitmaken van het “Cyclostrades-charter”[2], dat op dinsdag 23 april 2024 werd ondertekend door de vier ministers van Mobiliteit, NMBS en Infrabel.
De overeenkomst voorziet de volgende acties:
- Een betere samenwerking en coördinatie op het vlak van grondbeheer en het delen van informatie en beste praktijken tussen overheden en de twee spoorwegondernemingen.
- De federale minister van Mobiliteit, in zijn hoedanigheid van minister bevoegd voor de twee spoorwegondernemingen, een coördinerende rol geven tussen de verschillende actoren.
- Overeenkomsten sluiten voor de aanleg van nieuwe cyclostrades, of bestaande overeenkomsten aanvullen of actualiseren. Er bestaan al een aantal formele overeenkomsten voor de ontwikkeling van dit type fietsinfrastructuur op het spoorwegdomein[3]. Het opstellen van aanvullende overeenkomsten zal de aanleg van extra fietsinfrastructuur vergemakkelijken, zodat een uitgebreid, coherent en kwalitatief hoogstaand netwerk ontstaat.
- De contacten tussen de verschillende actoren optimaliseren door duidelijke contactpersonen aan te duiden om de uitvoering van deze verbintenissen te vergemakkelijken.
De ondertekening van het Cyclostrades Charter is een nieuwe stap die fietsen in België een boost geeft en bezegelt het engagement van alle partners om de ontwikkeling van fietsroutes te versnellen zodat dit strategische netwerk zo snel mogelijk kan worden uitgerold.
Multimodaliteit, spoor en fiets bevorderen
“Door het netwerk te versterken en voort te bouwen op dit akkoord, zullen we een echte kern van goede infrastructuur kunnen uitbouwen om comfortabel en veilig met de fiets naar het station te gaan”, benadrukt federaal minister van Mobiliteit Georges Gilkinet. “Door deze inspanningen vergemakkelijken we de keuze voor de meest duurzame vervoersmodi, namelijk de trein en de fiets. Dat is belangrijk omdat de helft van de Belgen minder dan twee kilometer van een station woont en 8 op 10 minder dan 5 kilometer.
De ontwikkeling van cyclostrades is één van de prioritaire acties van “Be Cyclist”, het eerste federale actieplan om fietsen te promoten. Het bevat een reeks maatregelen waarvan er al een paar zijn uitgevoerd, zoals de oprichting van het mybike-register om fietsendiefstal beter te bestrijden, het vergroten van het aantal beveiligde fietsenstallingen (met name bij stations), het uitbreiden en verhogen van de kilometervergoeding voor fietsen en het hervormen van de Wegcode, voortaan de Code van de Openbare weg.
[1] Met uitzondering van het Beliris-fonds heeft het federale niveau niet de bevoegdheid om fietspaden te ontwikkelen, die vallen onder de verantwoordelijkheid van lokale, provinciale of regionale overheden. Als eigenaar van de terreinen (via Infrabel en NMBS) kan de federale overheid echter wel actief projecten faciliteren om deze fietspaden langs de sporen te ontwikkelen.
[2] “Fietsinfrastructuur charter langs spoorlijnen en voormalige spoorlijnen”.
[3] bijvoorbeeld een kaderovereenkomst tussen Infrabel en het Waalse en Brusselse Gewest. In Vlaanderen heeft de provincie Oost-Vlaanderen een gelijkaardige overeenkomst gesloten met Infrabel.