Persbericht

De conclusies van het onderzoek naar de rol van de Belgische spoorwegen in de Deportatie

Deze vrijdag werden de conclusies van de studie over de rol van de Belgische spoorwegen in de Deportatiekonvooien voorgesteld aan de Commissie Institutionele Aangelegenheden van de Senaat. Dit rapport, waarvan de realisatie geco-financierd werd door de Senaat en de federale minister van Mobiliteit, is een ongezien studiewerk dat de toenmalige verantwoordelijkheden van België in deze “konvooien van de dood” in kaart brengt. Op die manier draagt het bij tot een herinneringsplicht die cruciaal is om te vermijden dat dergelijke schande en verschrikkelijke daden van onmenselijkheid herhaald worden.

Photo clandestine d'une colonne de travailleurs forcés belges partant sous garde allemande pour leur déportation. Source: CegeSoma/Archives nationales.CegeSoma/Archives nationales.
Het eindrapport van de studie werd vrijdagnamiddag aan de senatoren voorgesteld door Nico Wouters, hoofd van CegeSoma (het Studie- en Documentatiecentrum en Hedendaagse Maatschappij, onderdeel van het Rijksarchief), en directeur van het onderzoek.
 
Voor het eerst worden in deze studie de rol en verantwoordelijkheden van de spoorwegen in die tijd bij de deportaties vanuit België duidelijk vastgesteld en gedocumenteerd. Dit onderzoek toont met name aan dat de Belgische maatschappij de nazibezetters factureerde voor haar diensten.
 
Deze konvooien, georganiseerd in opdracht van de Duitse bezetters tijdens de Tweede Wereldoorlog, transporteerden duizenden mensen naar de vernietigingskampen. Vanaf 4 augustus 1942 vertrokken niet minder dan 28 konvooien vanuit Mechelen naar Auschwitz, met aan boord 25.843 Joden en zigeuners. Slechts 1.195 keerden levend terug.
 
De spoorwegen waren een onderdeel in de moorddadige machinerie van de nazi-bezetters. Het was belangrijk om de werking ervan volledig te begrijpen. De conclusies van dit onderzoek werpen een nieuw licht op dit duistere hoofdstuk in onze Geschiedenis.
 
 
Onderzoek uitgevoerd dankzij samenwerking tussen de wetgevende en de uitvoerende macht
 
Het is de eerste keer dat op internationaal niveau een diepgaand onderzoek wordt gevoerd naar de rol van een spoorwegmaatschappij bij de deportaties.
 
Ter herinnering: de Belgische wetgevende en uitvoerende macht hebben dit onderzoek samen opgestart en gefinancierd.
 
 
In 2019 keurde het Parlement een resolutie goed waarin de regering werd opgeroepen om een onafhankelijk onderzoek in te stellen "naar de rol van de Belgische spoorwegen in spoorwegkonvooien en de deportatie van Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog". De regering, vertegenwoordigd door haar minister van Mobiliteit en minister bevoegd voor NMBS, Georges Gilkinet, reageerde positief op deze oproep. De voorzitter van de Senaat reageerde positief op de lancering van een studie die geco-financierd wordt door de regering en het Parlement.
 
De Senaat belastte het studie- en documentatiecentrum CegeSoma met het onderzoek naar "de rol van de Belgische spoorwegen in de spoorwegkonvooien en de deportatie van Belgische Joden, zigeuners, verzetsstrijders, dwangarbeiders en andere slachtoffers uit België tijdens de Tweede Wereldoorlog", wat iets ruimer was dan het oorspronkelijke verzoek van het Parlement.*
 
Het werd officieel gelanceerd op 27 januari 2022, de internationale herdenkingsdag van de holocaust.
 
Tijdens het hele proces stelde NMBS haar archieven open voor de CegeSoma-onderzoekers en droeg ze ten volle bij tot de studie.
 
 
Nico Wouters, hoofd CegeSoma en directeur van de studie: “Echte lessen uit het verleden kunnen enkel getrokken worden door het verleden in alle tegenstrijdige complexiteit recht in de ogen te kijken. Dit is dan ook geen eenvoudig verhaal van zwart of wit. Ik hoop dat het rapport kan bijdragen tot een beter begrip van onze geschiedenis en een rol kan spelen in de discussie over hoe deze fouten uit het verleden in de toekomst vermeden kunnen worden.”
 
 
Georges Gilkinet, Vice-Premier en federaal Minister van Mobiliteit: "Onze herinneringsplicht is cruciaal, zeker in de moeilijke context van dit moment. Dit CegeSoma-onderzoek was nodig om dit pijnlijke verleden te verhelderen, in de wetenschap dat veel spoorwegarbeiders ook verzetsdaden hebben gepleegd en konvooien hebben gesaboteerd.
 
In elk geval moeten we zo passend mogelijk reageren op de onthullingen uit dit onderzoek. Dat is onze collectieve verantwoordelijkheid. Uit respect voor de slachtoffers van de deportaties en hun nakomelingen, ga ik voorstellen om een groep van Wijzen op te richten, die in de gebouwen van de Senaat zou kunnen samenkomen en die de opdracht zou krijgen om in het komende jaar na te denken over de vorm van de vervolgstappen.
 
Onze geschiedenis herdenken is de beste manier om ze te begrijpen en te voorkomen dat we de donkerste bladzijden ervan herbeleven. Dit geldt nog meer in een tijd waarin antisemitisme, openlijk racisme en haat weer toenemen. Meer dan ooit moeten we de fundamentele waarden van onze democratie verdedigen: tolerantie, respect, openheid en diversiteit. Dit onderzoek herinnert ons eraan hoe cruciaal die strijd is.”
 
 
Stephanie D’Hose, Voorzitster van de Senaat: “Het belang van dit onderzoek kan niet geminimaliseerd worden. Voor het eerst krijgen we een gedetailleerd inzicht in de rol die België via de NMBS speelde in de transporten van mensen naar concentratiekampen tijdens de tweede wereldoorlog. Die rol blijkt groot en dat blijft een schokkende vaststelling. Dit gaat om een gitzwarte bladzijde uit de Belgische en Europese geschiedenis. Dit onderzoek moet ons helpen structuren op te stellen die kunnen vermijden dat dit opnieuw gebeurt. De lessen van het verleden moeten een hefboom zijn voor een betere wereld in de toekomst. De regering moet hier diepgaand mee aan de slag gaan. Binnen de Senaat zullen wij alvast werk maken van het organiseren van een colloquium, zodat deze kennis uitgebreid besproken kan worden en niet verloren gaat.”
 
Het voorlopige verslag van de Commissie Institutionele Aangelegenheden van de Senaat is nu hier beschikbaar (niet-gecorrigeerde tekst).
 
 
Perscontact:
Litte Frooninckx, woordvoerder Georges Gilkinet: litte.frooninckx@gilkinet.fed.be 0499.59.17.74
Julie Hubin, communicatie-adviseur Senaat: jhu@senate.be 0497.82.24.48
 
 
De regering en de Senaat stonden al achter de studie over de rol van de Belgische overheid in de Jodenvervolging in België tijdens de Tweede Wereldoorlog, die in 2007 leidde tot de publicatie door dezelfde CegeSoma van het boek "Gewillig België".