Plicht om te herinneren: de federale Regering en de Senaat stellen een onafhankelijk onderzoek in naar deportatiekonvooien per spoor
Onze geschiedenis begrijpen om te vermijden dat ze zich herhaalt… Vandaag geven de voorzitter van de Senaat, Stéphanie D'Hose, en Vicepremier en minister van Mobiliteit, Georges Gilkinet, opdracht aan het Centrum voor de Studie van Oorlog en Samenleving (CegeSoma), om een onafhankelijk onderzoek te voeren naar de rol van NMBS in de konvooien die de Duitse bezetter organiseerde tijdens de Tweede Wereldoorlog. NMBS heeft al laten weten dat zij haar archieven zal openstellen voor het instituut dat de studie uitvoert en ten volle zal meewerken aan deze studie, als eerbetoon aan de slachtoffers. Deze bijdrage aan onze plicht tot herdenking wordt ingeluid op de Internationale dag voor de herdenking van de slachtoffers van de Holocaust. Op 27 januari 1945 werd het concentratiekamp Auschwitz-Birkenau bevrijd.
Georges Gilkinet, Vicepremier en federaal minister van Mobiliteit: "In een tijd waarin racisme en polarisatie het publieke debat al te vaak beheersen, is het essentieel om deze donkere bladzijde uit onze geschiedenis onder de loep te nemen. Daarom heb ik heel snel en positief gereageerd op de vragen die ik hierover kreeg. Deze herinneringsplicht maakt deel uit van onze democratie. Dit zet ons ertoe aan vandaag telkens opnieuw en ondanks alles, onze fundamentele waarden van respect, vrijheid en diversiteit te verdedigen. Ik dank de Senaat en NMBS voor hun openheid over deze gedeelde verantwoordelijkheid.”
Stéphanie D’Hose, Voorzitter van de Senaat: “De herinnering aan het onmenselijke is wat de menselijkheid overeind houdt. Opdat we nooit meer zouden vervallen tot de beestachtige duisternis die onze wereld tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft geteisterd, is het belangrijk in kaart te brengen welke activiteiten en mechanismes de Duitse bezetters en hun collaborateurs ter beschikking hadden. Ik ben blij en trots dat deze zwarte pagina’s uit de geschiedenis van ons land verder in detail worden onderzocht. We zijn het aan de slachtoffers en hun nabestaanden verplicht om hun leed te erkennen. Om de onderste steen boven te krijgen. Om als samenleving waakzaam te blijven en het verleden zich nooit te laten herhalen. »
Een verzoek van het Parlement, gesteund door de regering
In april 2019 nam de Kamer van Volksvertegenwoordigers een resolutie aan over "het uitvoeren van een onderzoek naar de rol van de NMBS bij de spoorwegkonvooien en de deportatie van Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog". In de resolutie wordt de federale regering verzocht "een onderzoek in te stellen (...) door een onafhankelijk onderzoeksteam". Dit werd vervolgens overgenomen door de Senaat. De regering en de Senaat stonden al achter de studie over de rol van de Belgische overheid bij de Jodenvervolging in België tijdens de Tweede Wereldoorlog, die in 2007 leidde tot de publicatie door hetzelfde CegeSoma van het boek "Gewillig België".
Nadat minister Gilkinet in juni 2021 contact opnam met de Senaat, heeft de Voorzitter van de Senaat positief gereageerd op de vraag om een studie te lanceren, in een cofinanciering door de Regering en de Senaat.
Een onafhankelijk onderzoek en een plicht om te herinneren
Dit onafhankelijk onderzoek wordt toevertrouwd aan CegeSoma, dat afhangt van het Rijksarchief. Het onderzoek ligt in het verlengde van eerder werk over ditzelfde onderwerp, dat nu werd uitgebreid. Het nieuwe onderzoek spitst zich toe op de rol van NMBS in de konvooien die de Duitse bezetter organiseerde voor de deportatie uit België van Joden, zigeuners, verzetsstrijders, dwangarbeiders en andere slachtoffers tijdens de Tweede Wereldoorlog.
In de komende maanden buigen onderzoekers zich dus over alle beschikbare archieven, waaronder die van NMBS, om licht te werpen op onze Geschiedenis, in de transparantie, de waardigheid en het respect die de te talrijke slachtoffers van de deportaties verdienen.